Dit voorbeeld illustreert het verschil tussen: A1, R1C1 en R[1]C[1]-stijl in Excel VBA.
1. Plaats een opdrachtknop op uw werkblad en voeg de volgende coderegel toe (A1-stijl):
Bereik ("D4").Formule = "=B3*10"
Resultaat:
2. Voeg de volgende coderegel toe (R1C1-stijl):
Bereik ("D4").FormuleR1C1 = "=R3C2*10"
Resultaat:
Uitleg: cel D4 verwijst naar cel B3 (rij 3, kolom 2). Dit is een absolute referentie ($ symbool voor het rijnummer en de kolomletter).
3. Voeg de volgende coderegel toe (stijl R[1]C[1]):
Bereik ("D4").FormuleR1C1 = "=R[-1]C[-2]*10"
Resultaat:
Uitleg: cel D4 verwijst naar cel B3 (één rij boven en 2 kolommen naar links). Dit is een relatieve referentie. Deze coderegel geeft exact hetzelfde resultaat als de coderegel die bij stap 1 is gebruikt.
4. Waarom hierover leren? Omdat de Macro Recorder de eigenschap FormulaR1C1 gebruikt (stijl R[1]C[1]). De Macro Recorder maakt de volgende coderegels als u de formule =B3*10 in cel D4 invoert.
Uitleg: u kunt zien dat dit exact dezelfde coderegel is die bij stap 3 is gebruikt.